Als de werkuren er voor Rani De Coninck opzitten, dan zitten ze er ook echt op. Dan wordt ze mama, dochter, vrouw, vriendin en zus. Mensen mogen veel over haar weten, maar na de werkuren probeert ze haar privé en werk toch zoveel mogelijk gescheiden te houden.
“Tot mijn man een paar maanden geleden midden in de nacht telefoon kreeg. Goede vrienden van ons lieten weten dat hun dochter overleden was na een auto-ongeluk. Ze had exacte dezelfde leeftijd als mijn zus toen die stierf. 23. Ik hoorde hem het gesprek voeren en bevroor compleet. Niet weer, dacht ik. Niet nog een gezin dat nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik kreeg een déjà vu. Plots was ik weer 16 jaar en hoorde ik dat mijn zus Debbie aangereden was en het niet overleefd had”, blikt Rani terug in De Morgen.
Op dat moment overviel haar een bevreemdend gevoel, een muur van rauw verdriet. Ze was plots niet meer in staat om te gaan werken.
“Ik heb lang getwijfeld over wat ik moest zeggen. Om mezelf wat tijd te gunnen liet ik aan mijn collega’s weten ziek te zijn. Ik dacht: ik ben een positief en constructief persoon. Dat verdriet gaat wel over. Het was ook niet de eerste keer. Dus sprak ik mezelf toe: ‘Komaan Rani, doe niet onnozel. Pak uzelf bijeen en ga gewoon werken.'”